door Emmy van Swaaij

Oskar Baum liet Berta Fanta[1] in zijn voordracht[2] bij haar begrafenis, rond 18 december 1918, het volgende zeggen:
Ich habe so viele Rückblicke als Menschen sind, die mich lieb haben. Aus der Gesamtheit aller gewinne ich vielleicht, was mir der eigene nicht geben kann. Jedem, dem ich etwas war, muss ich doch etwas anderes gewesen sein! – Nun, Baum Oskar, Sie sind in der Schule, ich rufe Sie auf, sagen Sie: wie war ich? Wie bin ich auf der Netzhaut Ihrer Seele stehen geblieben?
Hij was zich terdege bewust van het feit dat men andere mensen nodig heeft om tot een completer beeld te komen, zeker ook wat het beschouwen van het eigen leven betreft. Hoe keken zijn vrienden naar hem en op welke wijze heeft hij hen in hun leven geraakt?

Wie sprak er op zijn begrafenis? Dat is helaas moeilijk te achterhalen. Het was winter toen hij, op 4 maart 1941, naar zijn laatste rustplaats begeleid werd. De nasleep van een buikoperatie was hem op 1 maart 1941 fataal geworden. Het waren harde tijden. Nog maar weinig van zijn vrienden waren achtergebleven in het door Hitler bezette Praag om hem bij deze laatste reis te ondersteunen en elkaar tot steun te zijn. De nieuwe Joodse begraafplaats was een van de weinige plekken waar men, al gestorven of nog in leven, als Jood nog een beetje rust kon vinden.
Zolang men nog over je denkt, je naam uitspreekt, ben je nog niet vergeten en is er nog iets van je in de wereld aanwezig. Oskar Baum had niet kunnen voorvoelen dat zoveel jaar na zijn dood zijn naam nog altijd zou opduiken, al was het maar in een kleine voetnoot hier, een verwijzing daar, in een van de vele boeken die jaarlijks verschijnen over zijn goede vriend Franz Kafka. Hij had al helemaal niet kunnen voorspellen dat in de vrij warme maand mei van 2017 twee vrouwen zich dagelijks vrijwillig opsloten in het grijze archiefgebouw van het Joods Museum in Praag om dat wat hij had achtergelaten, af te stoffen en er weer liefdevolle aandacht op te laten schijnen.

Uit een brief van Johannes Urzidil[3] aan Štěpanka Novotná [4] van 26 September 1969[5]:
Liebe Frau Novotná,
Meine Frau sagte mir eben, Kafka habe ihr einmal gesagt, er liebe von allen seinen Freunden Oskar Baum am meisten, weil er von allen der heiterste sei. Und dies war wirklich so. Wenn mich etwas drückte, so besuchte ich Baum in der Manesgasse in Vinohrady und dort konnte ich meine Sorgen los werden.
[…] Er war ein scharfer, lebendiger Geist, einer der gerne und laut lachte und einer dessen Gefühle durch und durch echt waren. Sein Los trug er mit grösster Würde und Überlegenheit. Wenn Sie können, so sollen Sie seinem Lebensgang und seinem Schaffen tiefer nachforschen und ihn der unverdienten Vergessenheit entreissen. Denn freilich war er kein stürmisches und fernhintreffendes Genie, kein Komet, der den ganzen Horizont erleuchtet; er war ein stilles friedvolles Licht in dessen Umkreis man beglückt sass,der aber in jedem unbekannte Tiefen erhellte und jeden sich selbst besser kennen lehrte.

Samen met Dr. Sabine Dominik, die ooit een voortreffelijk proefschrift[6] geschreven heeft over Baum, werk ik aan een biografie van het leven en werk van deze actieve man.
Hoewel ik het geluk gehad heb enkele van Oskar Baums bekenden te kunnen spreken (de pianiste Alice Herz-Sommer bijvoorbeeld) zal het voor mij alsnog een uitdaging zijn om een totaalbeeld te krijgen van wie Oskar Baum geweest is. De documenten in het museumarchief zijn als vingerafdrukken nagelaten in de tijd. Zoals men met poeder vingerafdrukken en daarmee de sporen die men nalaat zichtbaar kan maken, wil ik proberen Baums aanwezigheid zichtbaar te maken.

Een bij vliegt instinctief van bloem naar bloem, duikt in de nectar, sleept, zonder het te merken of er al te veel bij stil te staan, aan zijn poten het stuifmeel mee en bevrucht zo de andere bloemen. Mensen beïnvloedden elkaar op eenzelfde wijze. Oskar Baum heeft naar alle waarschijnlijkheid niet doorgehad hoezeer zijn leven dat van anderen beïnvloed heeft. Deze kruisbestuivingen zijn interessant, juist omdat ze onbewust plaatsvinden. We transcribeerden alle daar aanwezige brailleteksten — ik beheers het kortschrift Duits braille —, fotografeerden de vele krantenartikelen, de doorslagen die steeds meer aan het vervagen zijn, opdat deze niet verloren gaan. De drie weken die wij hiervoor tot onze beschikking hadden vlogen om.
Hugo Bergmann[7] schreef: ‘Baum war eines der aktivsten Mitglieder eines literarischen Freundeskreises in Prag, dem u.a. Max Brod, Franz Kafka, Felix Weltsch angehörten.’


Wat dat actief-zijn van Baum betreft heeft Hugo Bergmann zeker niet overdreven. Zo was Oskar Baum een gerespecteerd pianodocent en organist. Elke vrije minuut van zijn dag werd benut. Schrijven deed hij aanvankelijk naast zijn alledaagse activiteiten als pianodocent en organist. Op de hoogtijdagen van zijn muziekonderricht gaf hij wel 8 tot 10 leerlingen per dag les.[8] ’s Avonds bezocht hij muziek- en theatervoorstellingen die hij recenseerde voor de Prager Presse. Hij publiceerde talloze korte verhalen en non-fictie-artikelen en schreef veertien romans, waarvan meerdere met literaire onderscheidingen bekroond werden.[9] Zijn werk heeft een brede psychologische diepgang zonder het contact met zijn publiek te verliezen.
Baum gaf veel voordrachten voor de radio en was zeer actief in het culturele en literaire leven van Praag. ‘Wanneer en hoeveel heeft hij geslapen?’ vroegen wij ons regelmatig af. Hij was van 1934 tot 1938 de voorzitter van de Praagse Schutzverein Deutschsprachiger Schriftsteller. Hij ging met zijn tijd mee, was altijd op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en implementeerde deze nieuwe kennis direct in zijn leven. In de bundel samengesteld door Wolfgang Jacobsen en Wolfgang Pardey[10], die zijn muziekrecensies tot onderwerp heeft, zijn hier enkele voorbeelden van te vinden. Zo staat er een heel mooi historisch perspectief in over zijn eerste ervaringen met de radio en de langspeelplaten. Dat hij het recent ervarene kundig wist om te zetten in literair werk, zelfs in tijden van veel zorgen en heftige emoties, blijkt ook uit de schetsen voor een roman[11] waaraan hij tussen 1939 en 1941 werkte. De roman speelt zich af in Praag, tijdens de bezetting, en schildert zo duidelijk de benarde omstandigheden waarin Oskar en zijn lotgenoten, die niet het geluk hadden Praag tijdig te kunnen ontvluchten, zelf verkeerden. Hier een klein voorbeeld. Deze notities zijn alleen in braille voorhanden, Sabine en ik werken eraan deze volledig te transcriberen:
Zuversicht trotz aller Schwierigkeiten. Den nach Erez sich Vorbereitenden. Die Prager besonders jammern. Reismann unterrichtet in der Jugend-Alia. Einer hat Grippe und sollte wegen der Fingerabdrücke ins Konsulat von Chile kommen und als er aufsteht ist die Einreise gesperrt. Die Konsule beide nicht mehr selbständig die Einreise gestatten. Die Visa müssen in St. Jago angefordert werden. Das passiert Lebenweich und Gustav Katz. Parisek handelt auch mit Tauf- und vor 20 Jahren abgebrannte Gemeindebüchern, Kirchenregistern, Matrikeln, bieten treffliche Gelegenheiten. Katz wird zurückgewiesen von den Samoa-Inseln, weil das Taufzeugnis zu frisch ist. ‘Ja, eines von Geburt ist natürlich viel teurer.’
Baum schreef als ervaringsdeskundige over blindenthema’s, maar zeker niet alleen over deze thema’s. Hij behandelde een rijk palet aan onderwerpen, in zowel fictie als non-fictie. Neem bijvoorbeeld de vrouwenemancipatie. In al zijn werken zijn, zonder uitzondering, sterke vrouwen opgenomen. Uit een brief aan Hugo Bergmann blijkt dat Oskar zeer modern dacht over het huwelijk en de rol van de vrouw in het werkzame leven.

Hij schreef Bergmann op 31 Juli 1919[12]:
Ich glaube, dass das Problem [Ehe] in der Frage gipfelt: ob eine Organisation der Hauswesen und Kindererziehung (gemeinsam in, natürlich nur kleinen, Gemeinschaften) möglich ist, die der Frau auch nach der Verheiratung einen Beruf, also auch materielle Unabhängigkeit als unerlässliche Grundlage jeder ideellen unter nicht schweren Bedingungen ermöglicht. Das, wenn es volkswirtschaftlich durchführbar ist, ‘und nach meinen bisherigen Studien ist es das’, ist die Lösungsmöglichkeit, die mir einfiel, die einzige, wie mir vorkommt und ich sehe einen Teil meiner Lebensbestimmung darin, diese Lösungsmöglichkeit zu studieren und anzubahnen. Ich glaube, es ist der Punkt, bei dem unsere kranke Gesellschaftsordnung anzupacken ist. Dass auch Sie dies Problem in letzter Zeit beschäftigte, hat mich sehr interessiert.
Het belangrijkste inzicht dat Oskar zijn vrienden schonk, en iets dat in al zijn werken naar voren komt, is: wees trouw aan jezelf, heb vertrouwen in jezelf, in de mensen om je heen en het leven in het algemeen. Het goede kan niet zonder ons, God kan niet zonder ons, heeft ons nodig om de wereld te herstellen. In Joodse termen: ‘Tikkun Olam’. Deze boodschap komt ook duidelijk naar voren in een voordracht die hij tijdens of aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog gaf, waarbij hij zijn medebroeders van de B’nai Brith loge moed insprak[13]:
Der tiefste dieser Augenblicke ist der der uns den Sinn unseres Lebens erfahren, erfassen lässt, den Sinn alle Daseins und damit auch mit dem Sinn der Welt und mit dem Sinn eines Volkes ist es wie mit dem guten Willen der Menschen. Wenn man nicht an ihn glaubt, ist er auch wirklich nicht da. Jeder Mensch, auch der böseste, wird wenn man Gutes von ihm erwartet, gut von ihm denkt, ihn für gut hält, auch wirklich besser, viel mehr, es kommt das Gute, soweit es nur irgend in ihm ist, und Gutes ist in jedem Menschen, an die Oberfläche, weil es ihm überaus schmeichelt und er fühlt dass es ihn im menschlichen Rang erhöht, wenn er gut ist. […] Der Sinn des einzelnen Lebens ist in den Sinn seines Volkes tief eingesenkt, wie der Sinn des Volkes in den Sinn der Welt. Jeder erhält vom natürlichen Gefälle der ererbten Anschauung und Fähigkeiten, Anstoß und tragende, treibende Kraft in der vom Schicksal und von den Anlagen der Ahnen vorbereiteten und erleichterten Richtung. Durch das vertrauensvolle Folgen dieser Richtung verstärkt jeder die natürliche Kraft des Gefälles für seine Nachkommen.
Oskar volgde gedurende zijn hele leven zijn eigen sterke innerlijke kompas, waarbij eerlijkheid en oprechtheid belangrijke pijlers waren waarop hij zijn keuzes maakte. Hij inspireerde zijn vrienden hetzelfde te doen. Humor was hem, net als Kafka, ook niet vreemd. Zo schreef hij rond zijn achttiende het volgende gedicht, waarschijnlijk — maar wij zijn hier nog niet zeker van — gepubliceerd in het satirische tijdschrift Ulk[14]

NICHT?
Hab’wohl Weiber,
Die mich lieben
Aber sie sind alle fern
Und ich habe liebe Weiber,
Wenn sie fern sind, gar nicht gern
Dieses zärtliche Geschlecht ist
Auf das Schreiben so erpicht,
Und papiernes Küsselauschen
Ist so fad und sinnlos – nicht?

Ik wil u graag op het hart drukken: kijk verder dan enkel Kafka´s werk en doet u zich ook te goed aan de waardevolle bijdragen van zijn meest nabije vrienden. Lees van Oskar Baum bijvoorbeeld zijn zeer geslaagde: Zwei Deutsche[15] of Das Volk des harten Schlafs[16]. Ik ben dankbaar dat Sabine en ik een steentje kunnen bijdragen aan het weer onder de aandacht brengen van deze ten onrechte vergeten schrijver. Ga op zoek naar zijn korte verhalen. Hopelijk kunnen wij binnenkort met onze publicaties die zoektocht eenvoudiger maken. Wellicht door een selectie van zijn korte verhalen uit te geven naast onze biografie over zijn leven.

Foto’s:
Foto 1: met toestemming uit: Jürgen Serke, Literatursammlung ‘Die verbrannten Dichter’, Archiv Solinger Kunstmuseum.
Foto 2: links Sabine Dominik, rechts de auteur.
Foto 3: een brailletekst van Oskar Baum.

[1] Berta Fanta (1866-1918) was een literaire en intellectuele persoonlijkheid. Ze organiseerde een bekende filosofische salon. Deze bijeenkomsten vonden in haar woning ‘Zum Einhorn’ aan de Altstädter Ring in Praag plaats. Bekende deelnemers aan deze filosofische (en muzikale) avonden waren o.a. Albert Einstein, Christian von Ehrenfels en intellectuelen van de jongere generatie zoals Max Brod, Felix Weltsch, Franz Kafka en Oskar Baum.
[2] Oskar Baum, Gedenkrede für Frau Berta Fanta, 1918. Doorslag aanwezig in het archief van Oskar Baum in het Joods Museum te Praag.
[3] Johannes Urzidil (1896-1970), schrijver van o.a. Goethe in Böhmen, Die verlorene Geliebte en Prager Triptychon.
[4] Štěpánka Novotná schreef een scriptie over Oskar Baum: Oskar Baum versuch einer Wiedererweckung, Olomouc 1969.
[5] De complete brief is opgenomen in bovengenoemde scriptie, pagina 104.
[6] Sabine Dominik, Oskar Baum (1883-1941). Ein Schriftsteller des ‘Prager Kreises’. Würzburg 1988.
[7] Samuel Hugo Bergmann, 1883-1975, filosoof. ‘Nachruf Oskar Baum’ werd anoniem afgedrukt in Mitteilungsblatt der Hitachdut Olei Germania, we ole Austria (Tel Aviv), 1941, nr. 12, p. 5. De tekst werd Sabine Dominik gepresenteerd tijdens het schrijven van haar thesis in het Leo Baeck Instituut, Jerusalem.
[8] ‘Hier verteile ich nun meine Tagesstunden a 2 kr. An meine Schüler und suchte mit einer an Geiz grenzenden Sparsamkeit stets einige Zeit für meine literarischen Mühen und Vergnügungen zu erübrigen. Aber das Leben ist lang! Vielleicht kommt es noch einmal dahin, daß ich mit dem Dichten mein Brot verdiene und nur schwer die Zeit für das Vergnügen des Unterrichts abspare.’ Otto Pick, ‘Lieber Oskar Baum’, in: Der Strom 2. Jg. (1912/13) p. 379.
[9] Zo kreeg hij in 1932 de Tsjechische Staatsprijs van de literatuur in de Duitse taal.
[10] Wolfgang Jacobsen & Wolfgang Pardey (Hrsg.), Oskar Baum der Blinde als Kritiker. Texte zu Musik und Literatur. München 2014.
[11] Archief Oskar Baum, Karton 8, Joods Museum Praag.
[12] Deze brieven zijn in het bezit van het Hugo Bergmann Archief van de Joodse Nationale en Universiteitsbibliotheek, Jerusalem.
[13] Archief Oskar Baum, Karton 4, L13665 Vortrag, Joods Museum Praag, brailledokumenten.
[14] Satirisch tijdschrift van Rudolf Mosse Verlag. Verscheen van 1872 tot 1922 als bijlage bij het Berliner Tageblatt.
[15] Oskar Baum, Zwei Deutsche. La Bibliothèque Antwerpen, 1934
[16] Das Volk des harten Schlafs. Jüdischer Buchverlag, Berlin 1937.